Je CV is eigenlijk jouw visitekaartje. Daarom is het belangrijk dat je alle nodige informatie vermeld.
De meest gebruikelijke volgorde van een CV is als volgt:
1. Persoonlijke gegevens.
2. Persoonlijk profiel.
3. Opleidingen.
4. Werkervaring.
5. Competenties.
6. Referenties.

1 . Personlijke gegevens

Hier vermeld je je naam, adres, telefoonnummers, e-mailadres, burgerlijke staat en geboorteplaats. Indien van toepassing vermeld je ook of je in het bezit bent van een rijbewijs.

2. Persoonlijk profiel

Onder persoonlijk profiel ‘verkoop’ je jezelf als het ware. Houd het helder, beknopt en dynamisch. Schrijf op wat je te bieden hebt in plaats van wat je zou willen bieden.

3. Opleidingen

Vermeld hier de door jou gevolgde opleidingen en of je deze hebt afgerond. Vergeet niet de data er bij te zetten!

4. Werkervaring

Begin met je meest recente baan. Vermeld alle soorten werkervaring dus ook full- en parttimebanen, onderzoeken, stages en vrijwilligerswerk. Zet altijd de begin- en einddata er bij. Gebruik opsommingstekens om resultaten, vaardigheden en taken op te sommen. Laat geen gaten in de tijd vallen. Als je een tijdje niet hebt gewerkt, leg dan uit waarom en noteer wat je in die periode wel deed.

5. Competenties
Met competenties wordt eigenlijk de overige informatie bedoelt. Dus bijvoorbeeld wat jouw sterke punten zijn, welke talen je beheerst of met welke computerprogramma’s je kunt werken. Vermeld je competenties netjes onder elkaar en overzichtelijk.

6. Referenties

Je kunt er voor kiezen om je referenties van te voren al te vermelden onder het kopje referenties. Je kunt ook vermelden dat referenten ‘op verzoek beschikbaar zijn’, maar zorg er dan wel voor dat dit ook echt zo is!